28 mei 2015
Erfbelasting wordt geheven over de waarde van een nalatenschap. Bij de vaststelling van de waarde van een erflater die in gemeenschap van goederen was getrouwd, moet eerst de waarde van deze gemeenschap worden bepaald. De waarde van de nalatenschap bedraagt de helft van de waarde van de door het overlijden ontbonden gemeenschap van goederen.
Uit rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat de in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot van een ondernemer die deel uitmaakt van een maatschap of een vennootschap niet is gerechtigd tot de vennootschappelijke goederen. Tot de huwelijksgemeenschap behoort de waarde van het maatschapsaandeel. Hof Arnhem-Leeuwarden verwees naar deze jurisprudentie bij de bepaling van de nalatenschap van een ondernemer die zijn onderneming dreef in maatschapsvorm met zijn echtgenote. Zij waren getrouwd in gemeenschap van goederen. De erflater was gerechtigd tot de waarde van het maatschapsaandeel van zijn echtgenote en vice versa. Het hof wees het betoog van een van de erfgenamen, dat bij het bepalen van de omvang van de nalatenschap de waarde van het aandeel in het ondernemingsvermogen van de echtgenote niet relevant is, af.
Bij de waardering van het maatschapsaandeel moet worden uitgegaan van de waarderingsgrondslagen uit de maatschapsovereenkomst. Het gaat dan met name om de bepalingen die de gevolgen van liquidatie van de onderneming, uittreden uit de maatschap of overlijden van een van de maten regelen. Een verblijvings- of voortzettingsbeding beïnvloedt de waarde van het maatschapsaandeel en daarmee de waarde van de huwelijksgemeenschap. In dit geval bevatte de maatschapsovereenkomst een voortzettingsbeding. De echtgenote maakte daarvan gebruik. De inspecteur berekende de waarde van het maatschapsaandeel van de erflater op de overnamewaarde. De waarde van het maatschapsaandeel van de echtgenote berekende de inspecteur niet op de overnamewaarde, maar op de hogere liquidatiewaarde. Volgens het hof was dat terecht omdat de maatschap door het overlijden van de erflater is ontbonden en de echtgenote niet meer verplicht was haar onderneming door een ander te laten overnemen tegen de overnamewaarde. De waarde van het maatschapsaandeel van de echtgenote moest worden bepaald aan de hand van het waarderingsvoorschrift van de Successiewet 1956.